De stichter van de buitenplaats, de in 1629 in Emmerich geboren Agneta Block kwam uit een welvarende doopsgezinde familie, die haar fortuin had vergaard in de textielhandel. Zij trouwde op twintigjarige leeftijd met de zijdehandelaar Hans de Wolff. Nadat die in 1670 was overleden, kocht de weduwe een hofstede met land aan de Vecht in Nieuwersluis waar rijke doopsgezinde Amsterdammers ook al een buitenhuis hadden. De zogenaamde Mennisten- of Mennonietenhemel. Zij liet de buitenplaats Vijverhof aanleggen. Het geheel omvatte een hoofdhuis, oranjerie en andere bijgebouwen, boomgaarden, sier- en moestuinen, lanen en vijvers. Toen zij in 1674 opnieuw met een zijdehandelaar trouwde, Sijbrand de Flines, schreef Joost van den Vondel zelfs een paar huwelijksgedichten voor het bruidspaar.
Agnes Block ontpopte zich op Vijverhof tot een bekwaam kweekster van zeldzame en uitheemse planten- en bloemensoorten uit alle windstreken. Ze kreeg hiervoor zelfs zaad uit het Verre Oosten of Amerika, maar ook door uitwisseling met botanisten in binnen en buitenland. Zij gaf kunstenaars, die gespecialiseerd waren in het tekenen van botanische- en zoölogische objecten, de opdracht haar gekweekte planten en bloemen in aquarellen te vereeuwigen. Haar roem op dat gebied leeft eeuwig voort, want zij slaagde er zelfs in ananas te kweken in ons zeeklimaat. Agnes stierf in 1704, maar omdat niemand binnen de familie Vijverhof wilde kopen kwam het in andere handen terecht. Na de zoveelste eigenaar viel in 1813, nadat al het moois zo goed als verdwenen was , het met veel torentjes gelardeerde huis onder de slopershamer.
In 1866 liet een nieuwe koper het buiten bouwen dat er tot heden ten dage, in ongeveer dezelfde vorm, is blijven staan. De huidige eigenaresse, Inge van de Ven, heeft het een paar jaar geleden buitengewoon mooi laten restaureren. Van boven tot onder straalt het pand, zowel binnen als buiten, perfect vakmanschap uit van alle beroepen die er aan meegewerkt hebben. Zij is met haar team met hart en ziel bezig geweest om alle denkbare elementen uit vroegere tijden terug te laten komen. Zo zijn er weer mooie stucwerken plafonds aangebracht, naast hoge plinten die waarschijnlijk ook al in 1866 in het statige huis aanwezig waren. Tevens is alles wat nog zichtbaar was in ere hersteld, zoals de vloeren, deuren, raamkozijnen, balken van het dak en niet te vergeten de mooie trappen. Wat zij ook heel graag wilde, was een theehuis aan de Vecht. De architect kwam met het lumineuze idee, het de vorm te geven van een nagebouwde omgekeerde Romeinse boot . Hier kon de welstandscommissie zich in vinden. Het geeft een origineel cachet binnen het totaal van het weldoordachte geheel dat op deze plek tot stand is gebracht. De timmerlieden vonden de bouw van dit theehuis een geweldige uitdaging
Na haar lezing mochten de bijna 40 deelnemers de Vijverhof zelf en alle andere er nieuw aan toegevoegde gebouwen in twee groepen bezichtigen. Mevrouw van de Ven heeft er voor gekozen om alles wat er nu op de overgebleven anderhalve hectare van het buiten staat en ligt naar buiten toe, uit zakelijk oogpunt, om te dopen tot hotel Flora Batava (inheemse planten en bloemen). Dit vanwege het feit dat er meerdere Vijverhoven in ons land staan. Het hotel heeft 45 kamers en suites, een restaurant met de naam Bloei (waar de kok rekening houdt met uw wensen) en twee vergaderzalen. Zij gaf ze respectievelijk de namen Withoos en Merian. Een eerbetoon aan deze planten- en bloemenschilders, die in opdracht van Agnes alles wat zij kweekte voor de eeuwigheid hebben vastgelegd.
Natuurlijk draagt de prachtige ligging aan de Vecht er toe bij dat het hier goed toeven is om tot rust te komen. Dit gevoel komt het best tot haar recht in het aan de oever van de rivier gelegen theehuis met zijn unieke bootvorm, waar u zomers tijdens een fietstocht rustig kunt gaan zitten om het ernaast gelegen terras te genieten van een drankje. U mag zelfs wandelen in het parkje. Voor degenen die niet goed ter been zijn, staan er bankjes genoeg om even uit te rusten. U kunt dan rustig mijmeren over vroeger dagen, die vandaag de dag op deze plek zijn uitgemond in een verbinding tussen heden en verleden. Mevrouw van de Ven houdt dit alles in stand. Zij hoopt bij leven iemand te vinden die haar levenswerk (zo kunnen we dat best omschrijven) over wil nemen om het voor de volgende generatie te behouden. Bij het afscheid memoreerde zij dat het bezit van een buiten voor de eigenaar verplichtingen schept waar niet aan te ontkomen valt.
Gerard Baar