U kijkt vanaf dit punt iets verderop naar de muziektent. Deze staat op exact dezelfde plek waar tot 1970 de brug het aangezicht van het dorpscentrum bepaalde. Aan de westkant daarvan ligt de Brugstraat, aan de oostkant de Vaartweg (vroeger de Stolp). U staat met uw voeten op de in 1967 opgeworpen Dam,  de eerste fase van de uiteindelijke totale demping van de Reevaart. Die vaste verbinding was geen overbodige luxe, want de gemeente stond te springen om een begin te maken met de al langer geplande woningbouw in de Horn-en Kuijerpolder. De brug was bij lange na al niet meer in staat het gewicht van het daarvoor benodigde materieel en bouwmateriaal te dragen. Ze is bij nader inzien een langzame dood gestorven. 

Meer weten? www.historischekring.nl  In Werinon 72, de Canon. Werinon 19, 20, 22 en 23. Merwedekanaal in Werinon 89 en 90.

Foto 1                                          

In 1952 besloot de minister van Verkeer en Waterstaat de Reevaart definitief voor het doorgaande scheepvaartverkeer te sluiten. Twee hele dikke balken zorgden er voor dat de dubbele klapbrug niet meer open kon. Voor die tijd hielden de omwonenden hun hart vast, wanneer de zware met kolenzakken beladen auto’s van Van Emmerik er over heen gingen. De kettingen kraakten en piepten, maar het was steeds  goed afgelopen. Daarna hebben de dorpelingen nog achttien jaar lang dag en nacht het ‘vrolijke’ geklepper van de planken van het brugdek kunnen horen. Zelfs in de drie jaar dat er alleen nog maar fietsers en voetgangers gebruik van mochten maken.

Foto 2

Belangstellenden staan te kijken hoe de firma Den Bak en Scherpenhuijzen de voorbereidingen treft om de twee ijzeren balken onder de brug aan te gaan brengen in het jaar 1952.

Geldgebrek was de voornaamste oorzaak van haar teloorgang. Vanaf de opening van de Reevaart in 1632, die vooral gegraven was om de vaarweg naar Keulen te bekorten, is er altijd een brug geweest. Want door het afsnijden van de grote bocht in de Vecht langs Nigtevecht (daarna Stille Vecht genoemd) kwam het centrum van Nederhorst den Berg op een eiland te liggen. Zolang de scheepvaart de Reevaart volop gebruikte, (tot de sluizen bij Nigtevecht in 1882 het begin van het verval inleidden), waren de kosten voor het onderhoud geen probleem. De tolheffing bracht vanwege het grote aantal passerende schepen genoeg op om de uitgaven te dekken. De vaart was onderdeel van een stelsel van kanalen en rivieren dat onder de naam Keulsevaart de  scheepvaartverbinding met deze toentertijd grootste handelsstad van Europa vormde.                                                                                 

In 1892, na de officiële opening van het Merwedekanaal (vanaf 1952 Amsterdam-Rijnkanaal) was het met de relatieve welvaart van Nederhorst den Berg gedaan. De brug raakte steeds meer in verval. De eigenaar, de stad Utrecht, stak er geen geld meer in omdat die stad er totaal geen profijt meer van had. Nederhorst den Berg was bovendien te arm om het onderhoud over te nemen.

 Foto 3

De zakken worden door de kolensjouwers gevuld op de werf van Van Emmerik aan de Reeweg. De volgeladen vrachtwagen moest dan over een piepende en krakende brug naar de overkant. In 1952 sloot de stad Utrecht de doorgaande scheepvaart af, door middel van het aanbrengen van twee dikke, ijzeren balken onder de brug. Dat was koren op de molen van de firma Van Emmerik, want het gebruik maken van de brug bleef natuurlijk een riskante onderneming. Gelukkig beschikte het bedrijf voordat de versteviging was aangebracht over een stoïcijnse chauffeur: te weten Bol Stobbelaar. Dat was een man die nergens over in zat. Hij bleef, voordat die aanpassing klaar was, gewoon iedere dag onverstoorbaar met zijn zwaar beladen vrachtauto langzaam naar de overkant rijden. Na die tijd  heeft het verkeer nog achttien jaar gebruik moeten maken van de steeds krakkemikkeriger  wordende brug.  

 Foto 4

De brug ziet er  hier als nieuw uit kort nadat hij in 1952 voor de laatste keer was geschilderd door Rich Baar en Frans Delvers.  Als er  mensen van de arbeidsinspectie (zo die er toen al was) langs gekomen waren, hadden die schilders het werk zo goed als zeker  onmiddellijk moeten staken. Met kunst en vliegwerk hebben  ze het karwei, gelukkig zonder ongelukken, tot een goed einde gebracht. Een steiger heeft er niet bijgestaan, het enige hulpmiddel was een driedelige trekladder en wat trappen!  

Foto 5

In 1970 viel de brug onder de slopershamer nadat er een begin was gemaakt met het volspuiten van de totaal verwaarloosde Reevaart. Eind jaren veertig had de toenmalige gemeentesecretaris Krol al naar voren gebracht dat demping in het kader van de dorpsontwikkeling noodzakelijk was. Twintig jaar later was het eindelijk  zo ver. Om de ontstane weemoed over het verlies van het geklepper, gekraak en gerammel van de brug wat te compenseren, besloot het gemeentebestuur van Wijdemeren het carillon, dat aan de gevel van het gemeentehuis van de voormalige gemeente Nederhorst den Berg hing, onder het dak van de muziektent onder te brengen. Andere tijden, andere geluiden.

Tekst samengesteld en geschreven door: Gerard Baar
Foto’s verzameld, geselecteerd en bewerkt door: Teus v.d. Kemp
Vormgeving en grafisch ontwerp van QR bordjes: Theo Cozijn
Alle rechten zijn voorbehouden aan de Historische Kring Nederhorst den Berg ©